Algemene aanwijzingen (klas 6)
PTA, studiewijzer en website
- In de Tweede Fase krijg je voor elk vak een PTA. Daarin staat beschreven WAT je voor dat vak moet doen.
- In de studiewijzer komen alle activiteiten uit het PTA terug, waarbij is aangegeven WANNEER je die activiteiten uitvoert.
- Op deze website vind je OP WELKE MANIER je die activiteiten voor het vak informatica moet uitvoeren.
Aanpak bij informatica
Methode
- Bij informatica gebruik je een theorieboek, een werkboek en deze website.
Theorie
- De bestudering van de theorie staat voorop. Tenminste één les per week zal worden besteed aan het behandelen van de theorie en het maken van de opdrachten bij de blokken.
- Per blok vind je op deze site informatie over de opdrachten: de meeste moet je maken, een paar mag je overslaan. Bij sommige opdrachten staat een aanwijzing of een verbetering van een fout in het boek.
Digitaal schrift
- Je maakt de opdrachten in je digitaal schrift.
- Het digitaal schrift is een bestand gemaakt in MS Word of Pages.
- De docent moet dit bestand tijdens elke les kunnen raadplegen. Je moet het dus altijd bij je hebben.
- Elke leerling moet zelf zo'n digitaal schrift hebben: je kunt dus niet zo'n schrift samen met een andere leerling hebben.
- Neem voor je digitale schrift een goed te lezen lettertype (zoals Tahoma, Helvetica, Arial of Times New Roman) en een lettergrootte van 12 punten.
- De eerste regel van je digitaal schrift bevat je naam en je klas, dus bijvoorbeeld "Digitaal schrift van Marlie van Kleef, vwo-4".
Inleveren
- In de studiewijzer en in het overzicht van de blokken staat vermeld welke opdrachten je (per e-mail) moet inleveren.
- Stuur je antwoorden als bijlage naar het e-mailadres voor jouw klas. Dat adres vind je bij Contact.
- De te maken opdrachten vormen samen een handelingsdeel. Dat handelingsdeel is in orde als tenminste 75% van de antwoorden geldig zijn. Een antwoord is geldig, als het aan de volgende voorwaarden voldoet:
- Het antwoord is zorgvuldig geformuleerd.
- Het antwoord is geheel of bijna geheel juist.
- Je hebt het antwoord zelf bedacht en niet van een ander overgenomen.
- Je hebt het antwoord niet aan een ander ter beschikking gesteld.
- Je hebt het antwoord op tijd ingeleverd.
- Als je het antwoord bij een opdracht niet of niet op tijd hebt ingeleverd, dan is daar achteraf niets meer aan te doen: het antwoord wordt als ongeldig genoteerd.
- Uitzondering: je krijgt per schooljaar één joker. Als je je huiswerk niet op tijd hebt ingeleverd, zet je automatisch je joker in. Je mag het huiswerk van die week dan maximaal een week later inleveren. Wel krijg je dan maar maximaal 75% van de punten; met allemaal geldige antwoorden kun je dan nog op koers blijven voor 75%.
Begrippen
- In zowel het werkboek als het theorieboek komt een aantal begrippen aan de orde. Sommige begrippen staan in het werkboek onder het kopje
"Leerdoelen" aan het begin van elk blok; andere begrippen staan in het theorieboek in de kantlijn, in blauwe letters. Nog andere begrippen staan zomaar ergens in de tekst, zonder speciale opmaak. Het is aan te raden gedurende de periode een begrippenlijst bij te houden in een spreadsheet. Je moet de begrippen goed leren: je hebt ze nodig om de stof te kunnen begrijpen en de toetsen goed te kunnen maken.
- In een begrippenlijst noteer je in ieder geval het begrip en de bijbehorende omschrijving. Het kan handig zijn om ook een voorbeeld erbij te zetten (waardoor je een omschrijving vaak makkelijker kunt onthouden), maar ook het hoofdstuknummer (in welk hoofdstuk komt dat begrip voor?) en het paginanummer (op welke pagina van het theorieboek wordt dat begrip besproken?) kunnen handig zijn om te noteren: dan kun je een lastig begrip ter voorbereiding op de toets vlug even opzoeken.
- Je mag gebruik maken van deze lege begrippenlijst, waarin de hierboven genoemde kolommen al zijn gemaakt.
En verder...
E-mail
Je mag tijdens de informaticales alleen e-mails versturen die betrekking hebben op de les.
Internet
Je kunt tijdens de informaticales gebruik maken van internet. Dit is alleen toegestaan als je iets op te zoeken hebt in het kader van de les.